Het aanbod van Zorg en welzijn bevat ook verslavingszorg. Wanneer je verslaafd bent, is het heel erg moeilijk om van deze verslaving af te komen. Daar is doorgaans intensieve ondersteuning door professionals voor nodig. Zorg voor welzijn kan hieraan bijdragen. Samen kunnen op zoek gaan naar de beste behandeling voor je. We ondersteunen je tijdens je behandeling en helpen je om wat je leert tijdens de behandeling toe te passen in de praktijk. Wanneer je van je verslaving af wil komen, betekent dat heel vaak ook dat er veel zal moeten veranderen in je dagelijks leven. Wij kunnen je helpen met het opnieuw indelen van je leven, op zoek gaan naar een andere dagbesteding (of zoeken naar betaald werk) het zoeken naar (andere) huisvesting en er voor je zijn gedurende de behandeling. Maar ook als de behandeling is gestopt, kunnen wij je blijven ondersteunen om de kans zo groot mogelijk te maken dat je niet terugvalt in je verslaving.

Onze werkwijze bij verslavingszorg:

  • Je begeleider en jij bespreken hoeveel je gebruikt, welke middel(en), wanneer, wat de gevolgen zijn en wat het gebruik voor jou betekent.
  • Jullie bespreken hoe jouw dagelijkse leven eruit ziet en wat er is veranderd door de verslaving.
  • De ervaring leert dat het voor mensen met een verslaving heel lastig is om goed te kunnen inschatten wat de gevolgen zijn van het middelengebruik. Je begeleider kijkt daarom ook met je hoe het gaat binnen je sociale netwerk en relaties, of er financiële problemen zijn, hoe het lukt met het huishouden en met je werk.
  • Als het nodig is onderneemt je begeleider, in overleg met jou, acties om te voorkomen dat de problemen op deze levensgebieden verder toenemen.
  • Je begeleider respecteert jouw tempo van ontwikkeling en toe zijn aan een behandeling. Hij/zij zal onderwerpen als verslaving en de gevolgen daarvan wel blijven bespreekbaar maken met je.
  • Je begeleider ondersteunt je bij de behandeling indien je hieraan toe bent. Hij/zij kan mee gaan naar afspraken en jullie maken verder samen ook afspraken wat je begeleider kan doen om je te helpen (op moeilijke momenten).
  • Nadat je behandeling is afgerond, blijft je begeleider je ondersteunen. Leven zonder gebruik van middelen vraagt om een grote aanpassing in je dagelijks leven en de mensen met wie je omgaat (op zijn minst gedeeltelijk). Je begeleider helpt hierbij door bv. ondersteunen bij het opbouwen en onderhouden van een nieuw sociaal netwerk.
  • Binnen de verslavingszorg komt het helaas relatief vaak voor dat een behandeling niet aanslaat. Er zijn vaak meerdere pogingen voor nodig. Dit geeft meteen aan hoe complex een verslaving is. Mocht de behandeling niet tot het gewenste resultaat leiden, dan heeft dat geen gevolgen voor je begeleiding. Zolang als jij graag ondersteuning wil blijven krijgen, zal je begeleider blijven komen. Je begeleider zal je niet veroordelen wanneer een behandeling niet geslaagd is. Samen kijken jullie wat er op dat moment nodig is en of er in de toekomst een nieuwe behandeling kan worden gevolgd.

Wanneer spreek je van een verslaving?

In de DSM-V wordt gesproken over “stoornissen in het gebruik van middelen”. Deze stoornis kan dus betrekking hebben op verschillende middelen. Bekende voorbeelden zijn alcohol, cannabis, opiaten of stimulerende middelen. Maar de verslaving kan ook door gedrag komen. Hierbij kun je denken aan een gok- of gameverslaving.

Er is een geleidende schaal om de ernst van de verslaving te duiden. Dit is afhankelijk van hoeveel van onderstaande criteria van toepassing zijn op jouw situatie. Het gaat om onderstaande criteria:

  1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
  2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
  3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
  4. Sterk verlangen om te gebruiken.
  5. Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
  6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
  7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
  8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
  9. Voortdurend gebruik ondanks weten dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
  10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen, oftewel tolerantie.
  11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.

Je kunt je zelf dus ook testen op de vraag of jij een verslaving hebt aan middelen of gedrag:

Bij een milde stoornis voldoe je aan 2 of 3 criteria

Bij een matige stoornis voldoe je aan 4 of 5 criteria

Bij een ernstige stoornis voldoe je aan 6 of meer criteria.

Wanneer iemand voldoet aan 2 of meer criteria is het aan te raden om professionele hulp te zoeken om te proberen de verslaving effectief te bestrijden.

Klik hier om contact met ons op te nemen.